ziebeimine
[za?'bi:?mi:n]
[za?'bi:?mi:n]
[医]紫鄂贝碱
大家都在背：
0){var rand = parseInt(Math.random() * (000)+100000);top.location.href='/'+encodeURIComponent(document.getElementById('s').value.trim().replace( / /g, '_'))+'?renovate='+}else{top.location.href='/'+encodeURIComponent(document.getElementById('s').value.trim().replace( / /g, '_'));};}" action="/">
查过的词自动加入生词本
Tip：此功能设置只能在登录状态下生效
ziebeimine
需要改进的内容：
单词大小写
其他（请在下面补充描述）
错误描述：
您还可在这里补充说明下 O(∩_∩)O~
方便的话，请您留下一种联系方式，便于问题的解决：Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vier kleuren installatiedraad in een lasdoos
Installatiedraad is elektriciteitsdraad dat gebruikt wordt in een
installatie. Die draden hebben een massieve koperen kern en een isolatie die meestal bestaat uit vinyl. Men spreekt dan ook over vinyldraad (afgekort VD). Via die draden vloeit stroom van de
naar elektrische installaties en apparaten.
De diameter van de draad dient aangepast te zijn aan de maximale
die erdoor vloeit en aan de zekering - die de geleider beschermt.
De draden kunnen met een
in de leidingen (in woningen thans -pijp, in industri?le installaties vaak metaal) worden getrokken. Aftakkingen en verbindingen ('') worden gemaakt in
en . Daar worden zij doorverbonden met
De maximaal toelaatbare stroomsterkte van installatiedraad is afhankelijk van de diameter, die wordt opgegeven als oppervlakte van de doorsnede. Er zijn drie gangbare maten voor gebruik in huisinstallaties:
1,5 mm?, veilig te gebruiken tot 10
met smeltveiligheden of 16 A met . Deze maat wordt meestal als schakeldraad voor verlichting gebruikt.
2,5 mm?, veilig te gebruiken tot 16 A met smeltveiligheden of 20 A met automaten. Contactdozen dienen met dit type draad te worden aangesloten.
6 mm?, veilig te gebruiken tot 32 A met smeltveiligheden of 40 A met automaten. Vooral gebruikt voor hogere vermogens, zoals een .
Het is altijd belangrijk direct te kunnen zien welke functie een draad heeft. Hiervoor bestaan onder andere Europees gestandaardiseerde kleuren (HD 308 S2:2001), die in onderstaande tabel worden beschreven:
Internationaal
Nederland ++
Nederland tot 1970 +
Niet lichtblauw
of tweekleurig
Rood of Bruin
Fasedraad (drie fasen)
Zwart of Bruin
Grijs of Bruin
Schakeldraad
Zwart of Grijs
Lichtblauw
Geel-groen
Wit of Grijs
+ De oude kleuren worden niet meer toegepast, maar zijn wel in woninginstallaties van voor 1970 aanwezig.
++ Gebruikelijke kleuren. Andere kleuren zijn toegestaan, mits niet in strijd met de internationale standaard.
Voor het toevoeren van stroom wordt er vanaf het
van in het algemeen 230
aangebracht tussen de nuldraad en fasedraad (= fasespanning), die ervoor zorgt dat er in de aangesloten apparaten een stroom gaat lopen. De nuldraad is bij de bron, dus in het transformatorhuisje (en alleen daar) met aarde verbonden. Door allerlei factoren staat er elders in de installatie een kleine wisselspanning op, die kan vari?ren.
De fasedraad is de draad die onder spanning staat ten opzichte van de aarde en de nuldraad. Bij driefasige spanning zijn er drie fasedraden, waarbij ook tussen de draden onderling spanning staat. In Europa staat tussen een enkele fase en de nuldraad een wisselspanning van 230 V, en tussen twee fasedraden 400 V. De fasedraad voert, samen met de nuldraad, de
van en naar de aangesloten apparatuur. In een elektrisch schema wordt de fasedraad meestal aangeduid met de letter L (afkorting van het Engelse Live).
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal (maar niet altijd) elektrisch gekoppeld is met de aarde en die dan vrijwel geen spanning ten opzichte van de aarde heeft. In de situatie met een eenfasenet, zoals in een normale huishoudelijke installatie, voert de nuldraad, samen met de fasedraad, de elektrische stroom. Ten gevolge daarvan kan er, zelfs als de nuldraad geaard is, bij grote belasting toch een spanning op de nuldraad ten opzichte van aarde aanwezig zijn (zie opm.). De nuldraad mag daarom, evenals de fasedraad, niet aangeraakt worden.
Er zijn elektriciteitsleveranciers die de nulleider aarden om volgende reden: Ze voeren hun netten uit met de nulleider o hoe meer aardingen des te beter men het aardpotentiaal bereikt. In een 400-V-net met
en een nulleiding, betekent dit dat -vooropgesteld dat de drie fasen gelijkmatig belast worden- bij een breuk van de nulleider slechts een beperkte nulpuntsverschuiving optreedt zodat de kans op schade door
in dat geval bijna nihil is. Als de nuldraad niet aan aarde gekoppeld is, bestaat de kans dat er een 'zwevend nulpunt' ontstaat, met spanningen t.o.v. aarde die kunnen oplopen tot 400 V.
Hoewel de nul als regel ongeveer aardpotentiaal voert, zijn er situaties waarin de nul een hogere spanning heeft:
In sommige oude systemen staat er 115 volt
t.o.v. de aarde op beide draden. Doordat beide spanningen in
zijn, ontstaat daartussen een wisselspanning van 230 volt. In dergelijke situaties kan er feitelijk niet gesproken worden van een fasedraad en een nuldraad: het zijn eigenlijk twee fasedraden. Toch is één van de draden wel als nuldraad gekleurd.
In andere driefasenetten is de fasespanning 130 V. Om 230 V te krijgen worden fase en nul op twee fasen aangesloten.
kunnen de fase en nul verwisseld worden.
De schakeldraad is een geschakelde versie van de
en zorgt voor de stroomaanvoer van een apparaat, meestal een of meer lampen, vanaf een schakelaar. Bij een
of bij een
zijn ook de draden tussen de schakelaars schakeldraden. Om verwarring met de meerdere schakeldraden tussen wissel- en kruisschakelaars te voorkomen worden er bij nieuwe woningen soms iets afwijkende kleuren toegepast, zoals zwart/wit, wit en grijs. Deze kleuren met de functie schakeldraad zijn echter niet vastgelegd. De draad tussen schakelaar en lamp noemt men ook wel lampendraad.
Omdat deze draad stroom voert naar een gering aantal toestellen, wordt hij in de regel iets dunner uitgevoerd dan de overige draden.
De aarddraad is een draad die in normale situaties nooit spanning of stroom voert. Deze draad wordt elektrisch verbonden met de , bijvoorbeeld via een . In apparaten wordt de metalen buitenmantel van dat apparaat elektrisch verbonden met deze draad. Als er door een defect elektrisch contact met de buitenmantel ontstaat, komt die niet onder spanning te staan maar wordt deze meteen afgevoerd naar aarde. (Bij een significante stroomlekkage zal hierop de
in werking treden of als die er niet is zal de
doorslaan of de
afschakelen.)
In Nederland en Belgi? werd tot juli 1997 in droge ruimten geen aarding gebruikt. Als apparaten geen metalen buitenmantel hebben die onder spanning kan komen te staan () dan is
van dat specifieke apparaat overbodig: Dergelijke apparaten hebben meestal een
die zowel op ongeaarde als op geaarde
past. Bij uitbreiding van een bestaande installatie met een nieuw stopcontact moet dat (in Nederland) voorzien zijn van een aardcontact. Voor vochtige ruimtes zoals badkamers gelden aanvullende regels met betrekking tot aarding.
Er zijn landen waar altijd een aarddraad meegetrokken wordt (bv. Groot-Brittanni?) en landen waar dat nooit gebeurt.
Zie voor een veel uitgebreider artikel hierover: